Toen ik tussen de middag naar school reed, ging er iets mis. Natuurlijk voelde het al niet zo geweldig, dat olielampje dat nog steeds brandde, de claxon die het niet deed. Maar dit was van een geheel andere orde. Vlak voor de Julianabrug steeg in eens de motortemperatuur, in no time was hij over het rode vlakje heen. Paniek! Snel de eerste de beste afslag genomen. Kwam ik ergens aan het randje van Otrobanda uit. Er was een parkeerplek. Toen heb ik Ard gebeld. Die ging Ellen ophalen, daarna Thijs en daarna zou hij naar mij toekomen. Kijk even of je bij een Snèk water kunt krijgen, zei hij.
Dus ik op zoek. Nadat ik op de kaart had gekeken waar ik ergens zat. Ik kon het traceren. Maar niet uitleggen aan Ard... alle wegen éénrichting. Gelukkig zag ik wel een straatnaambordje, dat kon ik naar hem sms-en.
Na een korte wandeling kwam ik uit bij de Breedestraat-Roodestraat, ongeveer waar ze in elkaar overlopen. Linksaf, ik dacht dat ik dan wel een minimarket ofzo zou vinden. Uiteindelijk was ik bijna bij het centrum. Daar wist ik in elk geval een supermarket. 2 flessen water gekocht van anderhalve liter. En toen als de gesmeerde bliksem terug. Want zo langzamerhand zou Ard er ook aan kunnen komen. Het was toch een behoorlijke wandeling geweest.
De tijd begon steeds meer te dringen. Ik kon de zijweg naar rechts niet meer vinden... O, o. Wat een stress, en dat op het heetst van de dag. Op goed geluk ben ik toen naar rechts gegaan. Ik wist zeker dat ik te ver was. Nog een keer gevraagd. Want ik had 2 herkenningspunten gespot op de heen weg: H. Hart College (nooit van gehoord) en Kortijn Ijs, dat was van de ene politicus die opgestapt was, van de zomer, waarna de regering viel. En ja, hijg hijg, om kwart voor 1 was ik terug bij de auto. Nog geen Ard, nog geen telefoontje.
In een boek zou je lezen: Amechtig zeeg ze neer op de stoep.
Zo voelde het... Ik had nog even tijd om op adem te komen. De motorkap open te peuteren. Nee, ik ben niet in de wieg gelegd voor automonteur. Maar uiteindelijk lukte het.
Zodat de motorkap uitnodigend openstond toen Ard arriveerde.
Waarna hij zei: Waarom ben je hier gaan staan??
Ja, hallóó! Met een ongeveer kokende motor ga je niet een leuk plekje opzoeken. Ik was blij dat ik met goed fatsoen kon parkeren.
Ard haalde 2 flessen water te voorschijn van 2 liter... die helemaal in de tank gingen. Hij wist nog niet van mijn omzwervingen voor die 2 flessen water. Ai, ai, ai, wat een spijt!
Nou ja, ik weet nu wel hoe dat stukje van de stad in elkaar zit. Laten we positief blijven.
Overigens zijn we wel gelijk doorgereden naar de garage. Ik had het helemaal gehad met die auto. Toen ik startte ging ook nog het benzinelampje branden. Moest ik onderweg nog mijn laatste 25 gulden bij de pomp achterlaten.
Daarna heeft Ard mij, met Thijs en Ellen naar huis gebracht. Wat een avontuur.
Ard is thuis een poosje in de tuin aan de gang gegaan: onkruid spuiten. Beetje veel werk, zoveel in 1 keer. Maar je kunt wel even afreageren...
Ik heb me afgereageerd op de was en de strijk.
Belde Ard zopas op. De garage-man had hem gebeld. Het olielampje was opgelost, althans, het probleem van het olielampje. Bleek een kapotte zekering te zijn. Ding vervangen, klaar. (laten we het hopen...)
En de claxon gaan ze morgenochtend maken met een los handeltje naast het stuur. Prima, als tie eindelijk maar gekeurd kan worden.
Dan kan ik daarna weer met een gerust hart de weg op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten